28 januari 2021
1 Korinthiers 15:35-44
In feite is het ónvoorstelbaar. Een rups wordt een vlinder. Een graankorrel wordt een aar. Een minuscuul zwart zaadje wordt een klaproos. Een pitje wordt een zonnebloem. Of een appelboom. Elke zaadkorrel heeft zijn eigen vorm, God heeft deze vastgesteld (vers 38). Een eikeltje wordt een boom. Een reus van een boom die wel 1000 jaar kan worden. De natuur zit vol met deze explosies van verandering.
En hoe zit dat met ons? Mensen? “Er wordt een aards lichaam gezaaid maar een geestelijk lichaam opgewekt” ( vers 44) De eerste mens was stoffelijk, de tweede mens is hemels (vers 47)
Wij zien met onze ogen de explosies in de natuur en zijn daar misschien niet meer zo van onder de indruk. Tenminste, als we er niet zo bij stil staan en de omgeving waarin we leven, gewoon voor “waar” aannemen. Ik was bezig met de tekening in de Bijbel. van het eikeltje in de aarde dat uitgelopen is. Mijn zoon ( 9 jaar) komt binnen en kijkt even over mijn schouder mee. “Hé, mama! Die zie ik echt heel vaak! Die liggen altijd in de boomhut of in het zand!” Dan ben ik blij, ten eerste dat de tekening herkenbaar is (haha!) maar vooral omdat hij dat wonder in de natuur al gezien heeft. En tegelijk besef ik me, dat het zo normáál is. We weten immers niet anders. Zo is het. Een zaadje heeft de potentie om iets fenomenaals te worden.
Dat is een beeld van hoop. Een zeker weten. We weten zeker dat de eikel de potentie heeft een eeuwenoude boom te worden. We weten zeker dat ons aardse lichaam zal sterven en daarna iets fenomenaals gaat worden. Iets hemels. God beloofd het zelf!
Denk je die eikel eens in. Geboren en jeugdig heeft hij gebengeld aan één van de hoogste takken met een prachtig uitzicht. Dan komt de ouderdom, de tijd om te gaan. Om voedsel te worden voor Vlaamse gaaien of wilde zwijnen … of om verloren te gaan. Te sterven in de aarde. Het mooie glanzende groene velletje wordt eerst wat geel, dan bruin, dan rimpelig. Het ruikt naar de aarde. De kracht sijpelt weg… onder een dik bladeren dak, verstopt, is het uiteindelijk niets meer. En dan barst er een opstandingsenergie los die zijn weerga niet kent! De eikel in de aarde is opengebarsten en in 1 jaar tijd staat er een stammetje van 30 centimeter. Na 5 jaar al 1,5 meter. Hoe wonderlijk.
Ons aardse leven mág al gestorven zijn in Jezus. Ik vergeet nooit toen ik dat voor de eerste keer hoorde van een man die een paar keer bij een sterfbed had gestaan. Hij vertelde dat mensen die in Jezus geloven, overgaan naar een ander leven. “Ik zie ze niet sterven”, zei hij “ze zijn al gestorven en het eeuwige leven is al in hen. Ze gaan alleen eindelijk óver”. Ik vond dat zo hoopvol en troostend. En met dit Bijbelgedeelte ernaast, zó waar. “Dood, waar is je overwinning?” vraagt Paulus in vers 55. De angel van de dood is de zonde. En die angel is verwijderd door de overwinning van Jezus.
Jezus roept ons om te leven! Dat is ook het beeld van de doop. Sterf! Ga onder! Zoals die eikel in de aarde. Geef je eigen ” ik ‘ aan Jezus. En Zijn Opstandingskracht in jou is fenomenaal!
Hier op aarde mogen we al ontkiemen. Je kunt het voelen als de Heilige Geest in je leven aanwezig is. Je voelt de siddering van Zijn kracht! Je vóelt dat het woord van God zó waar is! Je weet dat je een leven begint te leven waarvan het einde niet zichtbaar is. Zijn kracht is fenomenaal! En hier op aarde, halen we misschien die 30 centimeter, maar wellicht piepen we net met die jonge, frisse, blaadjes een centimeter boven de aarde uit. In Jezus nabijheid, in de hemel zal het zó zijn:
“Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie Hem liefheeft”. 1 korinthiers 2:9
Kom op! Als je het nog niet gedaan had. Geef je leven aan Jezus, laat je dopen en leef het leven van de Heilige Geest! “Rise Up!” wordt hier zo mooi gezongen door een broer en twee zussen. “Hoor je de Stem van Jezus? Hij roept je, kom uit het graf zoals Lazarus! Je bent brandnieuw!”
Ik weet het. Het klinkt allemaal zo mooi. Ik heb ook de neiging om te denken… “dat eikeltje wordt ooit een eikenboom en dan wordt het omgehakt en zal het vergaan als brandhout”. Ja, dat kan ik heel makkelijk denken. “Hoe zit dat dan God?” vraag ik in gedachten aan Hem. “En zo’n vlinder is prachtig maar vreselijk kwetsbaar! Misschien beleeft het maar een dag de glamour van een vlinder! Voer voor een vogel of weggewaaid door een windvlaag in een spinnenweb”…
Ja.
Stilte?
Nee, zeker geen stilte. Ik denk aan de tempel. God vergelijkt ons ook met een tempel waarin Hij woont. Elke vergelijking van ons leven in het Licht van Jezus, belicht een andere kant van Gods Grootheid. Zo vergelijkt Hij ons ook met een stad die op een berg ligt en licht geeft. Hij vergelijkt ons ook met slaven die vrij zijn geworden. Hij vergelijkt ons met goud dat Hij zuivert. Hij vergelijkt ons met klei in de hand van de pottenbakker.
Onze gedachten zullen nooit de volledigheid kunnen bevatten van al die vergelijkingen bij elkaar. Ik denk aan de Bijbeltekst waarin God zegt, dat we nu nog in een gebroken wereld leven waarin de schepping zucht. Ik denk ook aan de spreuk die zegt “Een God die we zouden begrijpen, zou te klein zijn voor onze problemen”. Zo denk ik aan allerlei dingen en daarmee kom ik op één gedachte uit: “U heeft alles in de hand”, en een gevoel van dankbaarheid, blijdschap, dat Hij er is om te dragen! Ik voel me net dat eikeltje dat met een frisgroen, bijna bleek stengeltje, nog nét niet over het randje van de aarde piept. Maar op dat plekje onder de zwarte aarde wél het licht voelt, de warmte in de aarde van de zonnestralen.
Wat een schitterende overdenking weer!!!
Wat een HOOPvolle toekomst ligt er voor ons….
Hartelijk, hartelijk bedankt! Ja, het is zo onvoorstelbaar!!!
Mooi!!!
Bedankt!!!